Geert Kessel (WUR): ‘Rigoureuze koerswijziging in bestrijding phytophthora is must’

Geert Kessel (WUR): ‘Rigoureuze koerswijziging in bestrijding phytophthora is must’

Phytophthora vormt een serieuze bedreiging voor de Nederlandse aardappelteelt, zo is de overtuiging van Geert Kessel. Om de schimmel onder controle te houden, moet de bestrijding volgens de WUR-onderzoeker over een andere boeg worden gegooid. Geïntegreerde beheersingsstrategieën en moderne monitoringsmethoden vormen hierbij de belangrijkste tools. “De bestrijding van phytophthora wordt een ingewikkeld schaakspel. Adviesmodules als Blight kunnen telers in de toekomst – nog meer dan nu – helpen om de juiste keuzes te maken.”

Geert Kessel, onderzoeker Plantgezondheid bij Wageningen University & Research, is heel eerlijk: in een nat jaar als 2024 hebben beslissingsondersteunende systemen als Blight weinig meerwaarde. “Dergelijke modules helpen je als teler om de timing van je phytophthora-bespuiting te verbeteren: op basis van onder meer de weersomstandigheden en gewasgroei wordt berekend wanneer je het best preventief kunt spuiten om infectie te voorkomen”, legt Kessel uit. “Dit heeft in normale jaren absoluut een meerwaarde; gemiddeld sparen aardappeltelers hierdoor twee tot drie bespuitingen per seizoen uit. Maar dit jaar – en vooral het voorjaar – was zo extreem nat dat telers elk geschikt spuitmoment moesten aangrijpen om rond te komen. Ofwel: ze zaten niet te wachten op een advies, maar moesten pakken wat ze pakken konden.”

Gereedschapskist raakt uitgeput

Na twee dramatische phytophthora-jaren rijst de vraag: hoe nu verder? Wat als zich nog meer van zulke extreme jaren voordoen? Volgens Kessel raken we de grip op de schimmel meer en meer kwijt. “Phytophthora wordt resistent tegen steeds meer middelen, de schimmel weet de resistentiegenen van rassen te doorbreken. Dus ook rassen waarvan we dachten dat ze resistent waren, raken geïnfecteerd. Daar komt nog bij dat het middelenpakket steeds verder verschraalt. Onze gereedschapskist raakt uitgeput en de toekomst van de Nederlandse aardappelteelt komt op deze manier in gevaar. Kortom: het roer moet om, een rigoureuze koerswijziging is een must.”

Acties op alle ketenniveaus

De toekomst qua phytophthora-bestrijding ligt volgens Kessel in geïntegreerde beheersingsstrategieën, waarbij wordt gewerkt met resistente rassen, de juiste rotatie wordt gehanteerd, infectiebronnen nauwlettend worden verwijderd en vervolgens gemonitord, het pootgoed kritisch onder de loep wordt genomen, enzovoorts. “Je moet op alle niveaus in de keten alert zijn en actie ondernemen. Ook is het zaak om – indien nodig – de resistente rassen extra te ondersteunen middels bespuitingen. Maar dan moet je natuurlijk wel de beschikking hebben over de benodigde actieve stoffen en resistentiegenen.”

Daarnaast zal de monitoring van de phytophthora-populatie gemoderniseerd moeten worden, geeft de onderzoeker aan. Dit betekent onder meer dat een netwerk van sporenvallen wordt uitgerold, die binnen een bepaald gebied inzicht geven in de ziektedruk en de resistenties van de aanwezige phytophthora-sporen tegen bepaalde actieve stoffen. ‘Wanneer een teler deze informatie heeft, weet hij dus ook of een bepaald middel effectief is in zijn regio of niet. Feit is dat de beheersing van de schimmel een stuk complexer gaat worden; het wordt een ingewikkeld schaakspel.”

Informatie ontsluiten

Adviesmodules als Blight – maar ook modules van andere Nederlandse aanbieders – kunnen volgens Kessel helpen om de vergaarde informatie te ontsluiten richting de teler. ‘Hij hoeft zich niet te verdiepen in de monitoring en alle informatie die dit oplevert, maar kan koersen op het spuitadvies van zijn adviesmodule. Daarin wordt namelijk alle relevante informatie meegenomen. Deze modules zullen dan ook een sleutelrol vervullen in de toekomstige beheersing van phytophthora.”


Ergste phytophthora-epidemie in dertig jaar

De hoge phytophthora-druk van dit jaar was onder meer het gevolg van de grote problemen die vorig jaar optraden.
Kessel noemt 2023 zelfs ‘het ergste phytophthora-jaar in de afgelopen dertig jaar. Dit had meerdere redenen, maar de nieuwe phytophthora-variant EU-43 speelde een centrale rol. “Deze variant dook in 2018 op in Denemarken”, vertelt Kessel. “In 2021 zagen we ‘m voor het eerst in Nederland en in 2022 maakte deze variant al een enorme opmars. Eind 2022 werd bekend dat de EU-43 resistent was tegen CAA-fungiciden. Hiertoe behoort onder andere Revus; in ons land het meest gebruikte fungicide tegen phytophthora in het voorjaar. Deze informatie kwam voor veel telers echter te laat om hun spuitschema voor 2023 aan te passen.”

Dit was één van de oorzaken voor de grote phytophthora-problemen die vorig jaar ontstonden. Daarnaast speelde het weer een rol. “Het voorjaar verliep goed, maar in juni 2023 hadden we een aantal dauwnachten op rij, midden in de Revus-blokbespuiting. EU-43 werd daar logischerwijs niet door geraakt. Toen het in juli ging regenen, was het hek van de dam en kon deze variant ongebreideld groeien. De druk werd zo hoog dat niets meer werkte; augustus, september en oktober waren dramatisch. Dit alles resulteerde in forse opbrengstderving, een slechte kwaliteit én veel primaire infectiebronnen voor 2024. Onder meer in de vorm van opslag, afvalhopen en geïnfecteerd pootgoed.”

Hoge ziektedruk en veel stress
Veel telers anticipeerden dit jaar wel op de EU-43-variant door hun spuitschema aan te passen. “Ze stapten – op advies van de Tasforce Phytophthora – af van blokbespuitingen, maar kozen voor alterneren (afwisselen) en combineren. In iedere bespuiting worden twee actieve stoffen gecombineerd met twee verschillende werkingsmechanismen. De volgende bespuiting bevat dan twee andere actieve stoffen met twee andere werkingsmechanismen. Het samenstellen van juiste spuitschema’s was een flinke puzzel, mede omdat EU-43 inmiddels ook resistent bleek tegen het fungicide Zorvec. Desondanks lukte het over het algemeen wel om tot goede – maar helaas ook dure – spuitschema’s te komen.”

Het natte en koude voorjaar gooide echter alles weer overhoop volgens Kessel. De ziektedruk liep enorm op, als gevolg van aantastingen extreem vroeg in het seizoen. En door de nattigheid was het lastig om bespuitingen uit te voeren. “Het gewas was vaak te nat en telers konden dikwijls het land niet op. Ook werd het plantseizoen enorm opgerekt door de nattigheid en moest er tegelijkertijd worden gespoten en geplant. Daarbij groeide het gewas ook nog eens hard, waardoor korte spuitintervallen nodig waren. Dit alles was gewoon niet te doen en zorgde voor enorm veel stress op de bedrijven. Door het weer plus de erfenis van 2023 zal phytophthora ook dit jaar tot flink wat opbrengstderving en kwaliteitsverlies leiden.”